Kwaad hief Azraf zijn edele hoofd, hij legde zijn oren plat in zijn nek en trippelde lichtjes achteruit, vervolgens gooide hij zijn benen hoog in de lucht en zwaaide met zijn voorbenen in de lucht. Hij kwam eer neer met een doffe klap in het zand, gecreëerd door zijn hoeven. Weer geraakten zijn voorhoeven van de grond. Nu, 5 centimeter en toen hij neerkwam bokte hij kwaad. Woest stoof hij weg, hij was aangeraakt door iemand, iets waar hij de laatste tijd echt niet tegen kon. De enige die in zijn buurt mocht komen was Ronny, maar niemand anders mocht in zijn buurt komen, laat staan hem aanraken, dat maakte hem enorm van slag. Hij stoof door zijn bak heen en had zijn oren nog steeds diep in zijn nek zitten. Zijn ogen stonden woest, maar je kon zien dat hij gewoon van slag was, tenminste, als je echt naar Azraf zelf keek kon je dat zien. De meesten mensen konden dat dus niet zien, die keken naar het oppervlak, maar Ronny, die keek naar binnen, recht door Azraf zijn schild heen. En als hij in Azraf zijn ogen keken, zag Ronny ook dat Azraf van slag was. Toen enkele mensen langs kwamen gooide hij zijn voorhoeven naar voren, de lucht in, om de mensen te waarschuwen, ze moesten maar weg blijven. Vervolgens schoot hij naar de uiterste hoek van de kleine weide en hij hield alles strak in de gaten. Zijn oren gingen iets naar voren bij een bekende geur, Ronny was er. Hij keek naar de stalhulp die met rustige bewegingen de kleine weide binnenkwam. Die bepaalde manier van bewegen stelde hem al een beetje gerust. Maar hij was nog steeds enorm alert. Ronny bleef rustig wachten en dat stelde Azraf op zijn gemak, zelf liep hij dus op Ronny af. Hij snuffelde aan hem en drukte zijn fluweelzachte neus in zijn schouder. Toen sloeg Ronny heel voorzichtig zijn armen om Azraf zijn nek heen. Dat was iets wat Ronny altijd deed, en dat stelde Azraf gerust, dan was hij veilig. Azraf zuchtte eens en haalde zijn oren uit zijn nek. Vervolgens zette Ronny een stap terug en pakte een halstertouw van zijn arm af, het halstertouw was al net zo sjiek als zijn halster en trots liep hij mee. Hij had wel zo zijn momenten. Maar toen riep een meisje Ronny. Ronny liet Azraf even staan en maakte hem vast en een paal, fijn, nu moest Azraf wachten met zijn poetsbeurt, niet leuk. Maar toch was hij nieuwsgierig geworden toen het meisje een blik op hem richtte. Wat wou ze?
-Voor Amy-
-Voor Amy-